-
1 dak
1 roof♦voorbeelden:een gewelfd dak • a vaulted roofeen plat dak • a flat roofeen schuin/aflopend dak • a pitched/sloping roofeen dak boven het hoofd hebben • have a roof over one's headonder dak komen • find accommodation/shelterhij is onder dak • 〈 letterlijk〉 he has found shelter; 〈 figuurlijk〉 he is settled/set up (for life)onder één dak wonen • live under one/the same roof, live in the same houseiemand tijdelijk onder dak brengen • find temporary accommodation for someonetoeristen onder dak brengen • find accommodation for/house touristsiemand/iets op zijn dak schuiven • lay/put the blame on someoneiemand op zijn dak vallen • descend on someonehet viel me koud op mijn dak • I was quite unprepared for it, it gave me quite a turn/startiemand de politie op zijn dak sturen • put the police on to someonehij kreeg (daarvoor) de politie op zijn dak • he got the police down on him〈 figuurlijk〉 iets van de daken verkondigen/schreeuwen • shout/proclaim something from the housetops/rooftopshet gaat van een leien dakje • it's plain sailing (all the way), it's as easy as falling off a log, it's a piece of cakega nu maar gauw op het dak zitten • you must be kidding!, tell it to the marines!¶ uit je dak gaan • go crazy/out of one's mind
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Английский